Deadline (onder schuilnaam Anne Winkels) titel : Deadline (onder schuilnaam Anne Winkels)
categorie : thriller voor volwassenen
pagina's : 132
illustraties : Erik de Bruin (omslagontwerp)
uitgeverij : Ellessy Crime
1e druk : 2006
ISBN : 90-76968-93-4

De stoere journaliste Jess leeft zich uit in haar onderzoek naar een groep criminelen die ze op het spoor is gekomen. In haar andere passie, dansen in een nachtclub, vindt ze een goede uitlaatklep. Haar beide levens bestaan in goede harmonie naast elkaar tot ze in de club Jur ontmoet. Hij is niet de charmante, ongevaarlijke deugniet van lang geleden die ze in hem wil blijven zien. 
Ze realiseert zich wel dat ze onprofessioneel te werk gaat, maar haar gevoel heeft haar al te kwetsbaar gemaakt. Ondanks vele waarschuwingen geeft ze beide passies niet op, omdat ze daarmee Jur ook zal verliezen. Met de deadline van haar artikel voor ogen is haar lust tot dansen echter ten dode opgeschreven.

Fragment

Laat ze eindelijk eens opschieten. Jess heeft het aantal plafondplaten al gecheckt en gedubbelcheckt en probeert het aantal nu te vermenigvuldigen met dat van de vreemde noppen op het kruisvlak van de platen.
De rekensom is gelukkig gecompliceerd doordat op sommige plaatsen de nop ontbreekt.
Na deze uitgebreide rekenexercitie op het plafond probeert Jess een blik met de boodschap 'Afkappen!' te zenden naar Mariet die het overleg over de weekendbijlage leidt. Leiden is overigens een te groot woord voor het vrij baan geven aan een eindeloze stoet stokpaarden die voorbij galoppeert.
Zojuist heeft Freek het zijne beklommen en zijn stap is rap overgegaan in draf. 'Ik vind dat we echt niet meer kunnen wachten met een uitgebreide reportage over de permanente bewoning van vakantiehuizen in onze regio. Zelf dacht ik aan een serie van drie paginagrote verhalen.'
Die hoge inzet levert hem dan uiteindelijk op zijn minst een hele pagina op.
Door het open raam zwelt het geluid aan van een sirene, daarna van meer sirenes. Hun samenspel klinkt vals. Zouden daar geen regels voor zijn? Mogelijk een aardig onderwerp voor 'Over de rand'. Annet vindt het vast leuk om voor haar rubriek uit te zoeken of er een instantie verantwoordelijk is voor de auditieve afstemming van de toeters en bellen van hulpdiensten.
'Het nieuws ligt op straat,' hoort ze Thomas zeggen. Enkele collega's grinniken toch weer. Zelfs Jess vindt het bijna lachwekkend, zo voorspelbaar is het.
De sirenes hebben reuring veroorzaakt in de vergadering en nu ze snel stilvallen, wordt de onrust alleen groter.
'Het is vlakbij,' constateren enkele collega's.
'Ik bel de politie wel,' stelt Harm voor en hij loopt de redactie op.
Mariet doet een halfslachtige poging om de vergadering voort te zetten.
Harm meldt al gauw: 'Een schietpartij in de Verlangenstraat.'
In de volksmond is de Langestraat zo gaan heten vanwege de aanwezigheid van clubs en min of meer obscure bars.
'Zeker in Le Rêve,' veronderstelt iemand.
Waarom zou het in Le Rêve zijn? Burgerlijk vooroordeel.
'Er is in elk geval één slachtoffer,' gaat Harm verder, 'hoe ernstig het is, is nog onduidelijk. Ga jij erheen?' vraagt hij aan Jess.
'Waarom ik?'
'Criminaliteit is immers jouw hobby,' antwoordt hij.
Ze haalt haar schouders op: 'See them in court.'
Een paar mensen lachen om haar prompte reactie.
'Ik wil best gaan,' zegt Maaike.
Wat een initiatief ineens van de stagiaire. Maar die kan natuurlijk niet alleen naar zoiets.
'Je kunt wel met mij mee,' heeft Jess er uitgeflapt. Ze snapt zelf niet waarom ze dit zo nodig wil doen. Ze is meer iemand voor de analyse en het afgewogen commentaar, hete terplaatse journalistiek is aan haar niet besteed.
Vergeefs hoopt ze dat een van de collega's het alsnog van haar wil overnemen.
'We gaan te voet,' zegt ze tegen Maaike, 'de auto is te lastig in de binnenstad.'
Rustig pakt ze haar tas in, blok, mobieltje en drinkt de mok lauwe koffie leeg, terwijl de stagiaire naast haar bureau staat te dansen van opwinding.
De stad zit in de aanloop naar de zomer. Na een week van bijna alleen regen is het een parade van zomerjurkjes en korte broeken. Veel witte armen en benen ook nog.
Jess gaat langzamer lopen. Om nog enkele momenten te genieten van deze zomerse dag, zegt ze tegen zichzelf. Maar haar tempo wordt traag bij de gedachte aan wat ze dadelijk zal aantreffen.
Maaike daarentegen zet er stevig de pas in.
'Zou het een moord zijn?' vraagt ze als ze bijna bij de Langestraat zijn, 'het zou mijn eerste moord zijn.'
'Geen idee.' Jess heeft geen zin om meteen uit te leggen wat het verschil is met doodslag.
'Een afrekening in het criminele circuit,' hoort ze Maaike kwekken.
Dat kind kijkt te veel spannende tv.
Als ze de hoek van de straat omgaan, ziet Jess het oploopje aan het eind. Tussen de mensen door schemert rood-wit lint dat publiek op afstand moet houden van de plaats delict. Het moet ter hoogte van nachtkroeg Dreamworld zijn.
'Het is dus niet bij Le Rêve,' wijst het oplettende lezertje naar de gevel, als ze er voorbij lopen. Alle luiken zijn gesloten en geven het pand een troosteloos aanzien.
'Le Rêve slaapt nog, zoals je ziet.'
De woordgrap ontgaat het meisje, zeker geen Frans in haar pakket. Even later staan ze bij de toeschouwers.
'Wacht hier, ik kijk of ik iemand van de politie kan spreken.'
'Sorry, mag ik er langs, dank u wel.'
Met enkele woorden heeft ze zich doorgang verschaft en staat ze vooraan bij het lint. Wit is het laken over een lichaam, net als de overalls van enkele rechercheurs, rood enkele stippen op de tegels. Rood-wit de linten rondom de speelvloer van het drama. Compositie in rood en wit.
Dan dringen flarden tot haar door van de omstanders: 'crimineel… bouw… motor weggeracet.'
Jess wenkt naar de mannen in overall, ze hebben het te druk, maar daar kent ze een probaat middel voor.
'Mevrouw,' hoort ze streng, als ze aanstalten maakt om onder het lint door te kruipen.
'Goedemorgen, kunt u mij wat vertellen voor de krant?' en tegelijkertijd deinst ze braaf terug achter de afzetting. 'Kijk, daar loopt onze fotograaf.' Ze zwaait naar Jan Joost die terugzwaait en zijn herkenning werkt als perskaart.
'Ik kan je nog niets vertellen. Je zult op de persconferentie moeten wachten.'
'Zijn er andere slachtoffers dan hij?'
'Nee.'
Het is dus een man die daar ligt.
'Is hij een bekende van de politie?'
'Het is een superpooier.' Iemand naast haar heeft antwoord gegeven.
Vragend kijkt ze de agent aan: 'Is het dan iemand van Dreamworld?'
'Nee.'
De agent kijkt welwillend. Als ze met omzichtigheid opereert, laat hij misschien meer los.
'Is het een afrekening in het criminele circuit?' piept Maaike naast haar.
Over, geen kans meer dat ze nog iets kan lospeuteren.
'Jullie zullen echt het persbericht moeten afwachten.'
De agent draait zich om en loopt weg.