Vragen?

Werk je met computer of pen?

Eerst schrijf ik, heel ouderwets, met de hand. Dat wil zeggen: met een pen of een vulpen. Daarna typ ik de tekst in de computer. Dit is eigenlijk een omslachtige en tijdrovende manier, maar voor mij werkt het zo het beste.
Wil je meer weten over hoe ik schrijf, kijk dan bij Schrijfproces.

Wat voor boeken schrijf je het liefst?

Ik heb niet één favoriet genre. Ik vind het juist het leukst om telkens weer een ander boek te schrijven. Ik zal dus ook niet zo snel een vervolg schrijven op een eerder boek. Het moet voor mezelf ook helemaal nieuw zijn.
Het ene boek is een eng verhaal, het andere is romantisch en weer een ander is grappig. Ook mijn onderwerpen zijn heel verschillend: jeugdbende, circus, zwemles, hoofdprijs in de loterij, tennissen, verliefdheid, heimwee, het komt allemaal voor in mijn boeken.
Soms werk ik aan een boek voor kinderen, soms voor volwassenen, en soms aan twee boeken tegelijk.

Wat vind je zelf je mooiste boek?

Dat vind ik een van de allermoeilijkste vragen. Mijn laatste boek vind ik altijd mijn mooiste boek, omdat ik daar in gedachten nog het meest mee bezig ben.
Maar mijn eerste boek blijft mijn mooiste boek. Ik weet nog als de dag van gisteren hoe trots ik was dat mijn eigen eerste boek in de winkel lag. En die andere boeken... ach, die vind ik ook mooi. Ze hebben allemaal een speciale betekenis voor mij. In elk boek zit wel een stukje van mezelf.
Misschien wordt het boek dat ik nu schrijf wel mijn allermooiste boek.

Welke schrijvers vind je zelf goed?

Mijn favoriete jeugdboekenschrijvers zijn: Annie M.G. Schmidt, Ted van Lieshout en Joke van Leeuwen.
Schrijvers voor volwassenen die ik graag lees, zijn: J.J. Voskuil, Renate Dorrestein, Marcel Proust, A.F.Th. van der Heijden, en de dichters Rutger Kopland, Judith Herzberg, Vasalis en Herman de Coninck.

Mijn meest geliefde boek is 'De kleine prins' van Antoine de Saint-Exupéry.

Maak je zelf de tekeningen?

Nee, want ik kan absoluut niet tekenen. Mijn uitgeverijen kennen gelukkig een heleboel goede tekenaars. Enkele tekenaars hebben meer dan een boek van mij geïllustreerd: Joyce van Oorschot, Helen van Vliet en Els van Egeraat bijvoorbeeld.
De tekeningen van Jaap de Vries (Stijn Klein) en Elisah De Bruycker vind ik ook heel mooi.

Heb je ooit een prijs gewonnen?

Echt grote prijzen heb ik nog niet gewonnen. Maar er zijn wel enkele prijzen waar ik heel blij mee was, bijvoorbeeld van kinderjury's in een bepaalde plaats. Zo heb ik de Kinderjuryprijs van Berlicum gewonnen voor De oppas in 1998. In datzelfde jaar kreeg ik ook de Kinderjuryprijs van Amstelveen voor Zusjes aan de top.
Voor verhalen in het Weerts ben ik drie keer genomineerd geweest voor de Veldeke Literatuurprijs. En in 2013 won ik die felbegeerde prijs voor Limburgse literatuur.

Maar ook met kleinere blijken van waardering ben ik blij. Als een kind op school me vertelt dat het met plezier mijn boek heeft gelezen. Of wanneer een lezer me mailt of iets in het gastenboek van mijn website schrijft.
Dus laat me weten wat je van mijn boeken vindt, in het gastenboek of mail via het contactformulier

Kom je wel eens op scholen?

Ja, en ik vind het heel erg leuk om in schoolklassen en in bibliotheken te vertellen over mijn boeken en voor te lezen. Ik beantwoord met plezier de vragen van de leerlingen en graag laat ik zien hoe ik mijn boeken schrijf.
Ook geef ik schrijfworkshops op scholen en in bibliotheken.

De Schrijverscentrale in Amsterdam regelt dat allemaal voor mij.

Ben je rijk geworden van het schrijven?

In Nederland worden maar weinig schrijvers rijk. Alleen als je heel erg beroemd bent en veel prijzen wint, kun je rijk worden.
Of ik beroemd zou willen worden? Soms denk ik van wel, al die aandacht en bewondering lijkt me wel leuk. Maar iedereen wil alles van je weten en als je gewoon naar de bakker gaat, liggen de fotografen in de struiken verscholen om je erop te betrappen dat je alweer taartjes hebt gekocht!
Ik moet er niet aan denken, dan maar niet beroemd.

Wat is er nou zo leuk aan schrijven?

Dat vraag ik me een heel enkele keer ook af, als ik zit te ploeteren. Wanneer ik eindeloos zit te verbeteren, als het nét niet helemaal lukt om te schrijven wat ik bedoel.
Maar bijna altijd vind ik schrijven heerlijk. Op papier kan ik alles laten gebeuren wat ik wil. Ik leef mee met mijn hoofdpersonen. Ik ben blij als zij blij zijn en droevig als zij bedroefd zijn. Door het schrijven kan ik mijn eigen wereld maken.
Ik geniet ook van het idee dat overal in het land kinderen en volwassenen mijn boeken en gedichten lezen en ervan genieten.

Hoeveel boeken ga je nog schrijven?

Ik wil zo lang boeken blijven schrijven als ik het leuk vind. Natuurlijk moeten er dan ook nog uitgevers zijn die mijn boeken willen uitgeven. En niet te vergeten lezers die mijn boeken willen lezen.
Ik vind schrijver nog steeds het allerleukste beroep van de hele wereld, dus ik hoop dat ik er nog heel lang mee kan doorgaan. En ideeën, die heb ik nog genoeg. Meer ideeën dan tijd trouwens.

Hoe kom je op ideeën?

Ideeën komen op de vreemdste momenten en de raarste plekken binnenwaaien. Iets wat ik zie, lees, hoor of voel kan me al op een idee brengen.
Ik ben graag aan zee. Zicht op zee en het geluid van de golven waait mijn hoofd leeg en maakt plaats voor nieuwe dingen.
Wandelingen in de natuur, een treinreis of een bericht in de krant, het kan een goede ingeving zijn voor een verhaal of een gedicht.
Ook dichter bij huis stromen de ideeën binnen, onder de douche namelijk. Daar zijn al veel goede regels voor gedichten, aanzetten voor verhalen of zelfs boeken ontstaan.

Hoe zit dat met je pseudoniem Anne Winkels?

Toen ik mijn eerste thriller ging schrijven (Vriend of dealer? - 1999) stelde de uitgever voor om daar een schuilnaam voor te nemen. Het was een heel nieuw genre voor mij met deels een nieuwe doelgroep.
Eerst voelde ik daar niet veel voor ('ik hoef me toch nergens voor te schamen'), maar ik begon er steeds meer de lol van in te zien.
Veel schrijvers van thrillers gebruiken immers een schuilnaam en ik vond het ook spannend, omdat ik zelf mijn naam mocht kiezen. Anne Winkels is lekker kort en toch zit er veel van mezelf in.
Sindsdien verschijnen mijn thrillers voor de jeugd en voor volwassenen onder de naam Anne Winkels. 

Hoe kan ik schrijver worden?

Schrijven, schrijven, schrijven, en lezen.
Veel mensen hebben een droom dat ze ooit een boek willen schrijven. Gewoon beginnen dus en oefenen, veel oefenen. Net zoals dat geldt voor mensen die gitarist willen worden of topvoetballer.
Er zijn hulpmiddelen om het leerproces te versnellen, bijvoorbeeld schrijfcursussen, schrijfboeken en schrijfgroepen. Meedoen aan wedstrijden kan een goede stimulans zijn, je oefent met deadline, omvang en thema soms.

Voor de website Springest.nl schreef ik het artikel: Ik wil ook een boek schrijven

Mag ik verhalen of gedichten overnemen van de site?

Nee, dat mag niet, althans niet zonder mijn toestemming. Op alle teksten die op deze site staan, zit auteursrecht. Overnemen is dus strafbaar.
Ik besef dat het streng klinkt, maar de bescherming van intellectueel eigendom is er niet voor niets.

Toch kan het gebeuren dat je een citaat wilt overnemen of voor een bijzondere gelegenheid een gedicht van mij wilt gebruiken. Neem dan contact met me op. Dan proberen we er samen uit te komen.

Wie heeft je website gemaakt?

Marcel van Langen van Morloff heeft ook deze website ontworpen. Hij deed dat in 2002 ook al met mijn vorige site.
In 2013 is deze nieuwe site online gegaan. Opnieuw een prachtig ontwerp met voor mij veel mogelijkheden om de site zelf bij te houden.